|
Antarctica 7
Chili, een smal lang land dat begrensd wordt door de Andes en de Pacific. In het zuiden ook nog door en stukje Atlantische Oceaan en in het noorden door de droogste woestijn ter wereld, de Atacama woestijn. Ik heb overigens altijd gedacht dat de droogste woestijn in Australië was
Vandaag kruisten we door de Straat van Magellaan. Het is ongelooflijk dat hij daar zijn weg gevonden heeft tussen de vele eilandjes door. De kapitein stuurde het schip naar de Brujo gletsjer, de op een na grootste gletsjer op het zuidelijk halfrond. Tussen de wolken door zie je rechtsboven een gletsjer aansluiten bij de geweldige ijsmassa die tot aan de fjord reikt. IJsschotsen drijven rond en de gletsjer wordt zelfs in het water weerkaatst. Het is één brok natuurgeweld dat je aanschouwt. Langzaam draaide het schip weg van de gletsjer en voer richting Pacific. ’s Avonds merkten we wel dat we op de Stille Oceaan voeren met zijn enorme deining. Gelukkig lag ik al in bed.
’s Avonds waren we bij de voorstelling van een goochelaar. Hij had een trouwring nodig. Niemand durfde die te geven maar Lucia wel, niet wetend dat zij ermee het toneel op moest en ik erbij. “What’s your profession”, vroeg hij. “I’m a magician”. “What”, zei hij vreemd kijkend met de mond vol tanden. De zaal werd doodstil, je voelde de spanning. Ze dachten vast: What, two magicians?
“That’s what they call teachers in Holland”, zei ik tegen hem. Je zag en voelde de zaal weer gaan ademhalen.
|
|
|
Wat lastig te zien, maar hier zitten wij op een kruk op het podium |
Natuurlijk werd de ring weg gegoocheld maar drie doosjes en drie zakjes later had ze hem weer terug, de echte.
|
|
|
Prachtige landschappen trokken aan onze ogen voorbij |
De Brujo gletsjer, rechtsboven sluit nog een gletsjer aan |
De volgende ochtend voeren we alweer tussen de eilanden. Op gegeven moment bevonden we ons in het Messier kanaal waar een flink wrak lag. Het was een motorschip dat daar in 1963 was gestrand, de Captain Leonidas. Nu is alles goed gebakend en er zijn zelfs lichtpunten dus je vraag je af hoe dit kon gebeuren. Het bleek een verzekeringszwendel te zijn geweest. De lading suiker was illegaal verkocht en men had het schip expres laten stranden en ging toen bij de verzekering claimen. De hele zwendel kwam echter uit.
|
In die tijd voer er één loods mee op een schip. Als die moest rusten of naar het toilet ging, was er geen loods op de brug. Daardoor kon dit gebeuren. Tegenwoordig varen er twee loodsen mee zodat er altijd minimaal één loods op de brug is. |
Het wrak van de ms Captain Leonidas |
|
Later in de middag voeren we de Pacific weer op met zijn machtige deining. De zee was op zich rustig maar je kon aan boord niet rustig lopen. Ik denk dat ik aan de deining gewend raak, want ik voelde me prima en niets geen zeeziekte. Dat is een heel nieuwe ervaring voor mij. |
|
|
De avond valt op de Pacific |
Morgen komen we aan in Puerto Chacabuco genoemd naar de Battle of Chacabuco in 1817, een oorlog tussen de Spanjaarden en wat zij toen terroristen noemden. Het is de stad van de regenbogen, een stad met veel visboerderijen. Het is niet een echte stad, meer een nederzetting.
|
|
Wat je ziet is het ook, het aankomstgebouw bestaat uit zeecontainers |
Zo werden we welkom geheten |
|
|
Viskwekerij. In het water erom heen zwemt geen zalm |
Wrak in de haven, waarom ze het laten liggen is mij een raadsel. |
Je vindt er o.a. de Monkey Puzzle Tree, de Chileense nationale boom. Toen de Britten bij de kolonisatie in 1850 deze boom zagen, zei een van hen: It would puzzle a monkey to climb the tree. Zo is de boom aan zijn naam gekomen. In Nederland noemen we het een apenboom omdat de takken op de staart van een aap lijken.
|
|
Apenboom, da takken lijken op apenstaarten |
Hier zie je waarom ze zeiden dat een aap moeite zou hebben om in de boom te klimmen |
We hadden heel goedkoop buiten een excursie geboekt en zijn ook in de hoofdstad van de streek geweest, Coyhaique. We werden, zoals steeds tot nu toe, afgezet op het Centrale Plein. We waren met een ander Nederlands stel en in plaats van een toeristen restaurantje op te zoeken, liepen we de lokale winkelstraat in en bezochten een cafetaria waar geen toeristen kwamen. We werden bediend door een klein mannetje in een kostuum en hij deed ontzettend zijn best om ons te helpen. Het was reuze grappig en wat ook leuk was, het was binnen echt authentiek.
|
|
Je ziet deze bouwwijze heel veel |
We wachten op de bestelling |
Na nog wat uitzichtpunten en een natuurpark bezocht te hebben, keerden wij scheepswaarts. De gids vertelde nog dat er enkele vulkanen op enkele uren rijden waren die niet lang geleden een pyroklastische eruptie hadden gehad waarbij de top van de vulkaan uit elkaar springt net als bij de Vesuvius indertijd. Het was wel niet zo erg maar het vulkaanstof kwam toch heel ver. In de verte zagen we het Andesgebergte. Onderweg zag ik vanuit het busje nog twee condors vliegen. Fotograferen uit het busje lukte niet. Bovendien zat de camera in de tas en waren ze ver weg. Je herkent ze aan de kop en aan de typische vleugeluiteinden als ze vliegen. Maar misschien zag ik ze wel vliegen.
|
|
Uitzicht op de hoofdstad van de streek, Coihaique met op de achtergrond het Andesgebergte |
Een van de vele leuke kunstwerken in het stadje |
|
|
Deze rivier in dit prachtige natuurgebied komt van een gletsjer |
Cascadewatervalletjes zijn altijd leuk om te zien |
|
Condor |
|
|
De tender komt aanvaren om aan boord gehesen te worden. Op de klep van het schep staat NO TUG. We hebben dus geen tuig aan boord. |
De tender hangt nog in de touwen maar het schip vaart al weg, de fjord uit. |
Morgen zijn we in Castro op Isla Chiloe. Het is een typische vissersplaats die in 1567 werd gesticht door de Chilotes, een mix van Spanjaarden en autochtonen. Je ziet ook meteen dat het vissersplaats is aan de prachtig gekleurde boten. Er zijn mosselculturen die aan touwen in het water groeien. Je ziet aan het havenfront de typische palafitos, huizen op palen. Dat is ontstaan omdat de vissers aan het eind van de 19e eeuw geen geld hadden om grond te kopen. Daarom bouwden ze hun huizen op palen. De huizen kwamen direct op de straat uit.
|
|
Vissersboten |
Hier hangen de touwen met de mosselculturen aan |
|
|
In de verte zie je de palafitos |
De mosselen worden op een vrachtauto geladen |
Je vindt hier ook bepaalde ceders, de op een na oudste bomen ter wereld. Er zijn er bij die al meer dan 3500 jaar oud zijn.
|
|
De op een na oudste boomsoort |
Hier zag je er veel van langs de boulevard |
Toen de tender ons aan wal had afgezet, gingen we eerst even online. In het verleden waren we een van de weinigen die dit deden, maar nu is iedereen op zoek naar gratis wifi. Als ze gaan koffiedrinken, moet er wifi zijn anders lopen ze door. Zo erg heb ik dat (nog) niet. Maar goed, eerst linksaf richting vismarkt. Niet alles was nog opgestart omdat we zo vroeg waren en op de markt was men de waar aan het uitstallen en voor de winkels stond het personeel te wachten tot de baas de deur kwam openen.
Ineens trok iets onze aandacht. In een donker hok stonden twee mannen iets schoon te maken. Mijn beste gok is dat het zee-egels zijn. De man sorteerde de boel, gooide wat weg en haalde er iets uit dat hij aan ons liet zien. Vervolgens haalde hij zijn hand langs zijn keel alsof hij wilde zeggen: Als je dit opeet, ga je dood.
Toen stopte hij het in de mond, kauwde even, slikte wat door, haalde de resten uit zijn mond en gooide die weg. Ik ben benieuwd of hij nog leeft.
|
|
De zee-egels worden opengesneden |
Zo zie hij er van binnen uit |
Tegenover de markt waren palafitos maar die worden nu als restaurant gebruikt. Later zijn we nog de andere kant opgegaan en daar was een groep mooie palafitos, sommige gebruikt als huis en sommige als hotel of restaurant. In een van die restaurants gingen wij wat gebruiken. Wat mensen die daar zaten bevalen ons de ‘ceviche’ aan, een vissalade. Nou dat wilden we wel proberen!
Als er iets is wat ik niet lust, is het koriander. En wat denk je, een en al koriander. Lucia is er net zo’n fan van als ik dus met lange tanden zaten we te eten. “Stug dooreten”, dacht ik, “alles went en je kinderen moesten ook hun bord leegeten”. Ik heb het gered totdat tweederde op was en ik heb het geweten. Later aan boord kreeg ik hoofdpijn en werd ik beroerd. Mijn hele mond smaakte naar koriander. Ik weet in ieder geval dat er iets is dat ik niet meer eet!
|
|
In dat uit stekende deel zaten we |
Zie je haar lange tanden! Nu kon ze nog lachen. |
Maar dat was nog niet alles. Mijn creditcard werd niet geaccepteerd, tot drie keer aan toe. Lucia gaf haar creditcard en die deed het. De volgende dag hadden we wifi en ik controleerde de afschrijving van de creditcard en ja hoor, vier keer €20,08 afgeschreven en één keer €20,08 gestorneerd. Kan ik thuis weer aan de bak om dat in orde te maken.
We waren ook nog op het centrale plein, Plaza de Armas. Normaal gesproken hoort het vol met prachtige bloemen te staan maar die waren zeker uitgebloeid. Wel keken we tegen de Iglesias San Francisco op, een prachtige 40 meter hoge gele kerk die in 1910 ontworpen was en lang dienst heeft gedaan als baken voor de scheepvaart om de haven binnen te komen. Toen we dichterbij waren, zagen we dat het een volledig houten kerk was die met metaal is bekleed.
|
|
Iglesias San Francisco |
De kerk van binnen |
We keken ook nog of we een restaurant konden vinden waar je ‘once’ kon eten maar dit is een maaltijd voor laat in de middag en dan moesten we alweer aan boord zijn. Deze maaltijd schijnt heel speciaal te zijn en bestaat uit cakes, chorizo, kazen, brood, etc. In plaats daarvan hadden we koriander!
|
|
Een deel van het huis is weg |
Palafitos in allerlei kleuren |
|
|
De markt |
Een menselijke parkeermeter |
|
|
In het oude klooster waren allerlei winkeltjes, er werd ook gedanst en gezongen |
Ze gebruiken de raarste dingen als muziekinstrument. De man bovenaan links naast het midden met het witte jasje en het blauwe overhemd gebruikt een koeienkaak |
|
|
Hij is zich aan het voorbereiden |
We zijn er nog niet achter wat de betekenis is van dit standbeeld |
|
|
Hoe zou het met de duiker zijn met dit pak uit het jaar van de houten gulden |
Een ibis op zoek naar een maaltje |
|
|
Deze meeuw heeft net een mossel op de stenen laten vallen en nu eet hij hem op |
Een echt authentiek stalletje met empanadas |
We hadden in ieder geval prachtig weer en dat al de hele vakantie. Vannacht gaat het schip voor anker bij Puerto Montt maar wij gaan pas in de loop van de ochtend met een van de tenders van boord.
Puerto Montt werd van midden tot eind 19e eeuw bevolkt met Duitse immigranten. Er is nog een monument ter ere van de eerste Duitse immigranten. Er is ook een walk of fame met beelden van Chileense helden. Er is ook een heel groot beeld van een stelletje dat bij de zee zit. Het schijnt iets bijzonders te zijn maar wij hebben het niet kunnen vinden net als de andere beelden.
Op 22 mei 1960 werd de stad opgeschrikt door de grootste aardbeving ter wereld gedurende tien minuten met een kracht van tien op de schaal van Richter. De aardbeving werd gevolgd door een tsunami langs de kust van Chili met golven van 25 meter hoog. De tsunami bereikte zelfs Hawaii. In verschillende steden langs de kust zie je palen met een sirene die bestemd zijn voor tsunami alarm.
Er is een behoorlijke zalmindustrie. De zalmen worden gekweekt in bassins, er is geen wilde zalm in het open water te vinden.
In de omgeving zijn twee vulkanen te vinden, de Volcán Osorno van 2600m hoog die ook de typische vorm van een vulkaan heeft en de Volcán Calburo van 2000m hoog die door een pyroklastische uitbarsting niet meer op een vulkaan lijkt. In de buurt is dan ook veel lavagesteente.
Als je de stad in loopt, zie je ontzettend veel kraampjes met groenten en fruit maar ook met kazen en honing. We zagen nog twee onbestemde producten. “Wat is dat”?, vroegen we. Nu versta ik een beetje Spaans als ze rustig praten, maar toen de oude man zonder tanden achter de kraam begon te mummelen, begreep ik helemaal niets. “Marina”, zei een ander en toen begrepen we het, het was zeewier. |
|
|
De kleine groen plakken op tafel bestaan ook uit zeewier |
|
|
|
Zeewier in grote rollen |
In kleine zijstraatjes allerlei winkeltjes |
|
|
Overal kraampjes |
Hier slaapt nog iemand, de hond ligt erbij |
Op de kaart zagen we dat iets verder het oude centrum moest zijn. Daar liepen we naartoe. Toen we er waren, was het inderdaad oud, maar centrum? Nee, dat herkenden we er niet in. Vanaf het verlaten van het schip tot nu toe waren we alleen maar haveloze wegen en gebouwen tegengekomen.
|
|
Hier wonen echt mensen |
Verlaten, haveloze zijstraten |
We hadden en beste klim gemaakt voor niets dus dan maar weer naar beneden, naar de krampjes en de overdekte markt. Daar was ook een lokale winkelstraat, heel druk en daar liepen we in. Geen toerist te bekennen.
|
|
Deze straat liepen wij in |
Op de hoek een overdekte markt |
We wilden nog empanadas eten, een typisch Zuid-Amerikaans product gemaakt van bladerdeeg en gevuld met vlees, je kunt kiezen wat je erin wil hebben.
|
Wij zochten een plaatselijke tent waar we met een creditcard konden betalen. En ja hoor even later zagen we die. “Dos coca en dos empanadas”, zei ik in mijn beste Spaans. Achter de toonbank stond een alleraardigste man die mij ging leren hoe ik empanadas moest uitspreken, de laatste s met de tong tussen de tanden. Dat lukte en hij was helemaal opgetogen. “Si, si”, riep hij blij uit en gebaarde dat wij ergens konden gaan zitten. De cola werd gebracht maar op de empanadas moesten wij wachten, die werden vers bereid. |
Zo zien ze er uit |
|
Tijdens het wachten keken we om ons heen. Ja, echt een plaatselijke tent. Een poosje later werden de empanadas gebracht en die lieten wij ons goed smaken. Ze waren gevuld met gehakt, een beetje ei en een olijf. Toen was het tijd om te betalen. Ik pakte de kaart. “Credito o debito”, vroeg de serveerster. “Credito”, zei ik en ze ging aan de slag met het pin apparaat. Dat moest nog helemaal worden ingeschakeld. Maar ja, je begrijpt het al, het werkt voor geen meter, ook de kaart van Lucia noch mijn gewone pinpas (waar ik trouwens al eerder mee had betaald). |
|
|
Het cafetaria van binnen |
De baas kwam erbij en ook nog een klant maar ze kregen het niet voor elkaar. Het was gewoon een hele show. Hij vroeg of ik dollars had maar ik had er maar vijf. Ten einde raad pakte ik twee vijf euro briefjes en die gaf ik aan hem. Die had hij nog nooit gezien en dus werden die uiterst nauwkeurig bekeken. Uiteindelijk besloot hij ons te vertrouwen en pakte hij een paar duizend pesos om terug te geven. “Hou maar”, zei ik. “Echt waar”, zei hij ongelovig. “Echt waar”, zei ik. Hij had bijna het dubbele gekregen en dat had hij nog nooit meegemaakt. “Grazi, grazi”, riep hij ons opgetogen achterna.
Tevreden keerden wij terug naar het schip dat niet veel later vertrok. Omdat we tussen de eilanden voeren, was het water rustig. Later vertelde de kapitein dat we ’s avonds de Pacific zouden bereiken en dat hij een rustige zee verwachtte met een deining van 2,5 meter. “Slik”, tweeënhalve meter. ’s Avonds in bed begon het al. Maar de volgende dag bleek ik er gelukkig geen last van te hebben. |
|
|
De bemanning wacht ons op om de tender te helpen aanleggen |
|
|
Op deze laatste dag op zee kunnen we nog een van de geweldige voorstellingen meemaken. Daarna moet de koffer alweer gepakt worden. Maar eerst hebben we nog een çaptain’s lunch en krijgen we een Delfts blauw tegeltje met de beeltenis van het schip.
|
|
|
Op de achtergrond zie je nog de band met fantastische musici |
Morgen is het na aankomst nog twee uur rijden naar het vliegveld van Santiago en dan met een vlucht van meer dan 13 uur met Air France via Parijs naar huis. Die lange vlucht via de nacht is wat minder. Misschien is er een goedkope upgrade naar de businessclass beschikbaar. Dan kun je gewoon gaan liggen. Maar hoe het ook zij, we kunnen terugkijken op een fantastische vakantie met het beste weer dat je je kunt voorstellen. En ……….. we hebben tussen de pinguïns gelopen.
Onderweg naar de hut liep ik langs een van de bars waar ook muziek gemaakt werd. De zangeres zong op dat moment ‘What a wonderful world’. Ik keek naar buiten en inderdaad toen ik naar buiten keek: What a wonderful world. |
|
|
|